Menig boeddhabeeld heeft symbolen op zijn lichaam of op de troon waarop hij zit. Het is leuk om uit te zoeken wat hiervan de betekenis is . . .
Betekenis van een hert. Een heilig dier met de geest van vriendelijkheid en zachtheid, een boodschapper, een sjamaan; maïs en vrouwelijkheid gepersonifieerd.
"Hij maakt mijn voeten als de voeten van een hert; hij stelt me in staat om op de hoogten te staan." (Psalm 18 vers 33)
Binnen de uitgebreide verbeelding van mythen, legendes en kosmogonieën zijn er dieren die om de een of andere reden symbolische of archetypische kenmerken hebben: de leeuw, de adelaar en de slang zijn enkele voorbeelden. Op dezelfde manier is het hert een symbool van veel dingen, de personificatie van deugden en een personage van legendes en mythen.
Het gewei van het hert is een van de kenmerken die het volgens sommigen tot een spirituele superioriteit hebben gemaakt. Als een kroon groeit het gewei buiten zijn lichaam, waardoor het dichter bij de hemel komt en het heilig maakt. In veel culturen is het hert een symbool van spirituele autoriteit. Tijdens het leven van een hert valt het gewei af en groeit het weer aan en het dier staat ook symbool voor wedergeboorte.
In de christelijke verbeelding is het hert een symbool van vroomheid, toewijding en van God die voor zijn kinderen zorgt: mannen. De legende van Sint Eustace bijvoorbeeld vertelt het verhaal van de Romeinse generaal die, voordat hij een heilige werd, op jacht was en een prachtig en enorm hert tegenkwam. Toen Eustace naar de ogen van het dier keek, scheen het licht van Christus eruit en sprak de stem van God tot hem door hen heen. Placido, de Romeinse naam voor de heilige, gaf de jacht op en werd christen.
In de Keltische traditie waren er twee aspecten van het hert: het vrouwelijke element, Eilid genoemd in het Gaelic, het vrouwelijke edelhert, symbool voor vrouwelijkheid, zachtheid en gratie. Men geloofde dat het hert mannen uit het koninkrijk van de feeën riep om hen te bevrijden van de attributen van de aardse wereld en hen mee te nemen naar de wereld van de magie. Herten veranderden vaak in vrouwen in dergelijke legendes om te voorkomen dat ze werden opgejaagd. Aan de andere kant was er ook Damh, het mannelijke element, dat ook verband hield met het heilige en met bossen, onafhankelijkheid, zuivering en trots. Het hert is de koning van het bos, de beschermer van alle andere wezens.
Voor de inheemse stammen van Noord-Amerika was het hert een boodschapper, een dier met kracht en een totem die gevoeligheid, intuïtie en zachtaardigheid vertegenwoordigde. Sommige groepen zouden de jacht toevertrouwen aan de herten, wat ook werd geassocieerd met vruchtbaarheid. Er is een Cherokee-legende die vertelt hoe het hert zijn gewei kreeg na het winnen van een race tegen een konijn. De dieren van het bos wilden weten welke van de twee de snelste was, maar het konijn bedroog voor de race en het hert won zijn gewei.
In het boeddhisme symboliseert het hert harmonie, geluk, vrede en een lang leven. Wanneer een mannelijk en vrouwelijk hert samen worden afgebeeld (vaak naast het Dharmawiel), is dit een directe toespeling op de eerste leringen van Boeddha in de buurt van Varanasi. In een van deze vorige levens was Boeddha een gouden hert dat met mannen sprak. Volgens die traditie zijn herten van nature schuchtere en serene dieren en hun aanwezigheid op een plaats vertegenwoordigt de zuiverheid van een koninkrijk verstoken van angst. Er zijn ook Tibetaanse legendes waarin herten mannen helpen problemen op te lossen.
Voor de wixaritarie-bevolking die in centraal Mexico woont en beter bekend staat als huicholes, is het hert een dier dat de taal van de goden voor mannen vertaalt. Voor de huicholes is het hert de eerste sjamaan of mara'kame die later een gesprekspartner wordt tussen de sjamanen en andere goden. Het hert is nauw verbonden met twee planten: het hart is een peyote - het dier en de plant zijn in wezen één - en maïs, dat een hert is en wordt weergegeven door zijn gewei. In deze traditie is er een oneindig aantal herten en de belangrijkste zijn de originele vijf, die zich op de vijf windstreken bevinden (het blauwe, rode, witte, zwarte en gele hert). De voortplantingscyclus van het hert is verbonden met de rituele kalender van de huicholes.
Het hert, dat in veel tradities wordt geassocieerd met vriendelijkheid, zachtheid en zachtaardigheid, is op de een of andere manier een dier dat verbonden is met de goden en het heilige. Een van de redenen hiervoor kunnen zijn fysieke kenmerken zijn - zijn blik, zijn behendigheid, zijn snelheid en zijn gewei - die die waarden en symbolen inspireren in de verbeelding van mensen en in zijn metaforische aard.
Oorsprong van de lotusbloem. De invloed van de lotusbloem is verreikend, zowel door de tijd als over de wereld. Zo werd de symboliek van de bloem al door de Oude Egyptenaren erkend. Zij gebruikten de lotusbloem om wedergeboorte te symboliseren, maar ook om getallen aan te geven. Eén bloem stond voor 1.000, twee bloemen voor 2.000 enzovoorts.
Ook in het Hindoeïsme en Boeddhisme heeft de symbolische betekenis van de lotusbloem zijn plek ingenomen. Waar de bloem in het Hindoeïsme voornamelijk staat voor welvaart, symboliseert zij in het Boeddhisme zuiverheid en verlichting. In het Boeddhisme gaat het verhaal dat Boeddha geboren is uit een lotusbloem.
Betekenis van de lotusbloem. De lotusbloem staat in onze hedendaagse maatschappij voornamelijk voor puurheid en zuiverheid. Dit heeft te maken met de hydrofobe eigenschap van de bloem. Hydrofoob betekent letterlijk ‘watervrezend’ en verwijst naar de waterafstotende eigenschap van de bloemblaadjes. Ondanks dat deze groeien uit moerasachtige wateren blijft er nooit water of modder aan de blaadjes hangen. Dit zelfreinigende vermogen van de bloem wordt ook wel het ‘lotuseffect’ genoemd. Door haar lange bloeitijd staat de lotusbloem ook symbool voor leven. Als ze eenmaal haar bloem heeft geopend, bloeit ze het hele jaar. Wanneer de zaden rijp zijn buigt de bloem voorover om deze in het water te laten vallen. De zaden nestelen zich op de bodem van het water, waarna een nieuwe bloem haar weg naar de oppervlakte zal vinden. Die hele cyclus vanaf het nestelen van de zaden tot het ontpoppen van de bloem staat ook symbool voor innerlijke groei en de weg naar verlichting. Vanuit de duisternis ontpopt zich een pure bloem, onaangetast door de duisternis waaruit zij haar weg naar het licht heeft gevonden. Zij leeft in het licht met haar wortels in het duister. Dit staat symbool voor menselijke verlichting waarbij de duisternis staat voor het verleden. Dat de wortels altijd in het duister blijven, geeft aan dat je verleden er altijd zal zijn, maar het contrast met de puurheid van de bloem boven het water geeft aan dat je ondanks (of wellicht juist door) je verleden verlichting kunt vinden en je kunt verbinden met het universum. Zodra de lotusbloem boven water komt verenigd zich het ook met de vier elementen. Waar het al verbonden was met de aarde en het water, staat het na het ontpoppen ook in verbinding met de lucht en het vuur (de zon). Zo ontstaat er een ultieme verbinding, eenheid en balans met de natuur.